ABR en fysiotherapie, mogelijke of onmogelijke combinatie?
Auteur: Roeland Vollaard, fysiotherapeut in Alkmaar, Nederland.
Voor mij, als voormalig fysiotherapeut, is bovenstaande vraag interessant en komt regelmatig terug. De waarde van het ABR-concept is voor fysiotherapeuten duidelijk zichtbaar bij de “Klas op Wielen”, maar hoe dit zich verhoudt tot hun huidige manier van werken is nog niet duidelijk. Tot nu toe leek het soms een touwtrekken tussen de twee behandelstrategieën.
ABR en fysio?
De initiatiefnemer van ABR, Leonid Blyum , doet continu onderzoek naar alle gebieden en concepten van revalidatie, biomechanica en wetenschappelijk onderzoek naar bindweefsel en andere weefsels van het lichaam. Er kwam een theorie naar voren die duidelijk maakt waar de combinatie van ABR en fysiotherapie lijkt te botsen, waar het gerechtvaardigd kan zijn en waar het misschien niet nodig is.
De theorie van Leonid is gebaseerd op de concepten “Rusting Muscle Tone “, “Pre-Movement Readiness” en “Pre-Muscular Readiness”.
Ik begrijp dat dit je misschien afschrikt, maar gelukkig is het voor dit artikel niet nodig om deze voorwaarden in detail te bespreken.
Ik zal proberen het simpel te houden, zonder de inhoud te veranderen.
Stand-by
Je zou het kunnen vergelijken met de “standby-knop” van je televisie. Deze is zo ontworpen dat je elke keer dat je de tv wilt gebruiken niet zo lang hoeft te wachten voordat alles is opgestart. Want opstarten vanuit de “uit”-stand kan soms lang duren.
Laat je de televisie daarentegen na gebruik op stand-by staan, dan hoef je alleen maar op de tv te klikken en je favoriete serie start direct.
In het geval van ons lichaam is dit concept van “stand-by” en “actie” ook van toepassing. Als we liggen, zitten of staan, doen we dat met minimale inspanning. Pas als we echt gaan bewegen, gaan we onze spieren intenser activeren. Vanuit de standby-modus schakelen we over naar de actieve modus. Dit werkt voor fysiek goed functionerende mensen. Voor hen zijn de voorwaarden om in een standby-modus te zitten of te staan voldoende aanwezig. Ze verbruiken geen onnodige energie voor stand-by en de omschakeling naar activiteit verloopt soepel.
Wat als het niet goed werkt?
Er zijn echter ook mensen bij wie de standby-modus niet goed werkt. Liggen of zitten gaat voor hen gepaard met een te hoge spierspanning. Vanuit die situatie dingen in beweging krijgen is moeilijk. In andere gevallen kan er te weinig spierspanning zijn en dan is het ook heel moeilijk of onmogelijk om in beweging te komen.
Voordat je een soepele en goed gecontroleerde beweging kunt maken, heb je een goede startpositie nodig. Alleen als er sprake is van een goede stand-by situatie (“startklaar”) kan een beweging in gang worden gezet. En die beweging kan verder worden verbeterd door te oefenen.
Wat kan ABR doen?
ABR werkt op de condities van de stand-by positie van het lichaam. Fysiotherapie is gericht op het stimuleren en verbeteren van functies. Zo schept ABR betere voorwaarden voor wat fysiotherapie wil bereiken. Er is een schijnbare tegenstelling tussen ABR en fysiotherapie. ABR stelt voor om de tijd en moeite die wordt geïnvesteerd in functionele training te beperken zolang de stand-byomstandigheden van het kind slecht zijn. Dit is het geval voor veel kinderen met cerebrale parese niveau 4 en 5. ABR denkt dat het voor deze kinderen beter is om alle beschikbare energie te gebruiken om de condities van de standby-situatie te verbeteren en pas na het bereiken van die goede standby-condities over te gaan op functionele training.
In de afbeelding hierboven zie je de focus van ABR in het blauwe gebied (fascia) en de focus van fysiotherapie in het gele gebied (actieve beweging). In het overlappende deel (standby) is er behoefte aan een goede afstemming over wie waar aan werkt en waarom. Lijkt mij dat dit te doen is.
Roeland Vollaard
roeland@roelandhelpt.nl
